Schrijven voor De Speld

Schrijven voor De Speld

Tijdens Nim Bin kreeg ik het aanbod om te werken met een schrijfcoach. Ik had namelijk aangegeven dat ik mij tijdens het project wilde richten op schrijven en mijn vaardigheden hierin graag zou verbeteren. Vanuit Nim Bin kreeg ik het aanbod om enkele stukjes te schrijven voor De Speld. Mijn schrijfstijl zou namelijk redelijk overeenkomen met die van het satirische nieuwsplatform en het leek mij ook een mooie uitdaging om humor te bevatten in maximaal tweehonderd woorden. 

Ik kreeg Jan van Tienen(auteur bij De Speld) toegewezen als schrijfcoach en ik zette mijn grijze massa aan het werk. Tijdens een douchesessie ergens in oktober viel het satirische kwartje en ik sprong al druipend en dampend achter mijn laptop. 

Op chronologische volgorde komen de eerste versies van de berichten aan bod, daarna de feedback van Jan van Tienen van De Speld, mijn kijk op het hele proces en uiteindelijk de herschreven versies.

Telefoonofoob werkt nu in callcenter

Zo bang zijn voor telefoneren dat het zich uit in een fobie. Peter de Spreker kan erover meepraten. Als handdoekverkoper had hij vaak contact met buitenlandse klanten. Toen telefoonofobie drie jaar geleden de regie in Peters leven overnam, ging het finaal mis. “Ik deed er alles aan om niet te bellen. Een telefoontje plegen met een klant in Rome, betekende vliegen. Ik heb uiteindelijk honderd vluchten gemaakt.”

Om de fobie beheersbaar te maken, zocht Peter hulp. “Volgens de psycholoog kon ik telefoonofobie het beste recht in de ogen aankijken, daarom werk ik nu bij TeleTalk.”

Telefoonofobie is behandelbaar, maar de Spreker blijft lasthouden. “Als een klant aan de andere kant van de lijn moet lachen om mijn achternaam, breekt er iets van binnen. Ik begin dan intens te trillen. Laatst ging het over in woede en heb ik de telefoon tegen het hoofd van een collega geflikkerd.”

Frustratie in Westkapelle over ‘Zoutelande’ van Bløf

Inwoners van het Zeeuwse dorp Westkapelle zijn er klaar mee. Het dorp dat vlak naast Zoutelande ligt, weet niet meer wat te doen met de gevolgen van ‘Zoutelande’ ,de hitsingle van de Zeeuwse band Bløf.

Bewoonster Jannie Bakker ziet Westkapelle verzilten. “De weilanden rondom het dorp zijn compleet verpest met parkeerplaatsen. Elke dag parkeert een tsunami van toeristen hier. Ze willen allemaal het gammele strandhuis zien, waar Blof over zingt.”

Maar volgens Bakker houdt het met de mega-parkeerplaats niet op. “Er liggen voor ons strand tientallen boten voor anker. Ze komen vooral vanuit de havens in de Randstad en bieden dagtrips, aan met gids, in Zoutelande. De rotzooi en overlast in onze wateren groeit elke dag.”

Westkapelle moet het succes van Zoutelande overleven. Bakker is daarom met de titel ‘Je bent blijer als je in Westkapelle bent’ een crowdfunding begonnen.

Met een bedrag van vijfduizend euro wil Bakker de band Racoon zover krijgen om Westkapelle te bezingen. “Racoon komt ook uit Zeeland en wil hopelijk een liedje over ons dorp te schrijven. Ook in Westkapelle hebben we gammele strandhuizen.” ,aldus Bakker.

Feedback van De Speld

De telefoonofoob: Met bovenstaand bericht is mijn probleem specifiek dat ik niet helemaal begrijp welk onderwerp hier op de hak wordt genomen. Is het telefoonfobie? Of werken bij een callcenter? In het eerste geval vind ik het onderwerp niet zo geschikt voor satire, omdat het dan eigenlijk een lolletje maakt met iemands aandoening, en dat werkt zelden. Het werkt veel beter als je de macht aanvalt, hoe abstract ook. De macht kan ook zijn: absurd, breed gedeeld gedrag, zoals het dragen van broeken met allemaal gaten erin. Daarvan kun je zeggen: he, wat mal, daar maken we satire over. Mensen die bang zijn om te bellen, nou ja, het kan eigenlijk ook wel, nu ik zo hardop zit na te denken, maar waar gaat het dan over? Je hebt steeds vaker mensen die zeggen ‘ieeeuww, waarom belt diegene me, als je gewoon een appje kan sturen?’ Dat gedrag, dat tegenwoordig modieus lijkt te zijn, zou je eventueel op de hak kunnen nemen voor De Speld. Ik denk dan aan een kop als ‘Dewi typt liever half uur berichtjes over en weer in plaats van een minuut te bellen’. Ik vind deze nog niet heel komisch, maar zoiets, in die richting.

En als je besluit iets te schrijven over het fenomeen callcenter zou het stuk denk ik ook de nadruk op een ander aspect moeten leggen. Je zou dan kunnen denken aan iets als dit artikel: https://speld.nl/2018/06/10/goeie-middag-zegt-callcentermedewerker-alsof-hij-verdomme-niet-exact-weet-hoe-laat-het/

Zoutelande: Deze insteek is voor mij eigenlijk iets te realistisch. Er zit een stuk in dat volgens mij gewoon echt waar zou kunnen zijn, namelijk dat een naburig dorp last heeft van extra toerisme in Zoutelande. Dat ze daarnaast in Westkapelle jaloers zouden zijn op Zoutelande kan ik me ergens ook nog voorstellen? Alleen vraag ik me dan af waar de satire zit. Ja, ik vind dit iets te realistisch.

Ik snap trouwens natuurlijk dat dit een schoolopdracht is, maar als ik het beoordeel vanuit De Speld, is het ook een beetje ouder nieuws. Ik weet nog dat we een week lang op de redactie zaten te ploeteren om het juiste idee te vinden om iets met het nummer Zoutelande te doen en dat is toen uiteindelijk dit geworden, na vijf of zes andere pogingen: https://speld.nl/2018/04/24/mensen-emigreren-naar-warme-landen-vanwege-zoutelande-op-radio/

Overigens zie ik misschien nog wel iets in het onderwerp citymarketing, wat voor mij hier in doorspeelt. Dat ‘we moeten een nieuw Zoutelande!’ het nieuwe ‘We moeten een viral!’ van  citymarketeers wordt, oid.

Wat vind ik ervan? 

De feedback is nuttig. Ik zou ik zeer verrast zijn als beide berichten goed gekeurd waren en op de site stonden. Het lastige voor mij is om humor zo breed en duidelijk mogelijk te verwoorden. Ik kan de grap wel snappen, maar snapt de rest van Nederland het ook en waar ligt de grens tussen realiteit en satire? Blijkbaar zijn mijn berichten niet ‘nep’ genoeg, dat is een interessante invalshoek die ik zelf nog niet had bekeken. 

Daarnaast stipt Jan terecht aan dat ik mij meer moet focussen op één aspect van het onderwerp. Ik vlieg zaken nu te breed aan. In het bericht van De Speld over Zoutelande is alles opgebouwd rondom een zin uit het liedje, terwijl in mijn bericht meerdere aspecten aan bod komen. Hierdoor verliest het bericht zijn kracht. Hetzelfde gaat op voor de telefoonofoob; er komen teveel zaken aan bod, waardoor het onduidelijk blijft waar de grap nu echt zit. 

Ondanks dat de berichten niet op niveau zijn, ben ik er stiekem wel trots op. Ik ben gewend om veel woorden te gebruiken voor mijn meningen, humor of simpelweg het overbrengen van informatie. Een duidelijke invalshoek en grap creëren in maximaal tweehonderd woorden is voor mij dus een enorme uitdaging. Daarom ben ik best content met de eerste poging rondom het schrijven van beknopte satire. 

Wat zeker blijft in de herschreven versies zijn de naam Peter de Spreker en termen als verzilting. Het ziet er misschien heel simpel en bijna flauw uit, maar het bedenken van dit soort woordspelingen is vrij lastig. 

Ook probeer ik om de lengte van de berichten korter te krijgen. Less is more is belangrijk voor artikelen van De Speld. 

Herschreven versies

Callcenter stapt over op spraakberichten

Peter de Spreker, eigenaar van callcenter TeleTalk heeft een oplossing gevonden voor het dalende aantal mensen die te bereiken zijn via de telefoon. “De laatste jaren neemt de klant steeds minder op en als ons telefoontje wordt beantwoord, schiet diegene aan de andere kant van de lijn in de stress door bel-angst.  Om de klant toch te bereiken, heb ik de headsets en telefoons verkocht en geïnvesteerd in smartphones. Ik hoop via Whatsapp mijn klanten alsnog te bereiken door middel van spraakberichten. Iedereen appt tegenwoordig blijkbaar in plaats van te bellen.”

De Spreker hoopt andere callcenters te inspireren. “Het is geen grootspraak als ik zeg dat de spraakberichten werken. Vooral klanten tussen de achttien en dertig jaar openen zonder tegenspraak de appjes. Het concept moet wel worden bijgeschaafd: wij bieden als callcenter een product aan, maar vaak krijgen we dan een bericht terug met de vraag of ze ook bier, een nieuwe oplader of een reis naar Sunny Beach kunnen bestellen; in plaats van het oorspronkelijke pakket met groene stroom en slimme energiemeter.”

Giro 555 in actie voor slachtoffers van Bløf hit Zoutelande

Wat in de zomer van 2018 begon als een hit van een Zeeuwse band Bløfis nu uitgemond in een humanitaire ramp. Het nummer Zoutelande heeft van Zoutelande een toeristische metropool gemaakt, maar de omliggende dorpen zuchten onder het succes van het ziltige dorpje. Hongersnood dreigt en toevoer van basisproducten is onmogelijk wegens enorme files in het gebied.

Jannie Bakker woont in het aan Zoutelande grenzende dorpje Westkapelle. Bakker luidde een maand geleden de noodklok.”Het leven is extreem zwaar sinds de hit van Bløf. Het eten raakte op en nieuwe voorraden konden ons niet bereiken. Er zijn ondertussen al tien mensen overleden, waaronder mijn neef afgelopen week, aan ondervoeding in Westkapelle alleen al.”

Vorige week bezochten waarnemers van het ministerie van binnenlandse zaken het crisisgebied. Noodhulp werd ingeschakeld en komende woensdag is op NPO 1 de hele dag aandacht voor de ramp. Er kan dan geld gestort worden op Giro 555.

Ik ben nog niet tevreden over de herschreven versies. Mogelijk zijn ze niet ‘klaar’voor de deadline van het assessment. Ik vind dit soort berichten tikken en bijschaven een lastige maar mooie uitdaging en ik hoop, met hulp van Jan van Tienen, dit proces voort te zetten in 2019. 

 

Posted on: December 28, 2018admin

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *